De Boze Heks

Website over de kinderboeken van Hanna Kraan.

Liedjes en gedichten uit de tuin

En hier vind je Krikliedjes van Krik en de liederen van Melle Merel (zanger van merelliederen).

Liederen van Melle Merel:

‘Ik ben de zanger van de tuin

ik zing voor iedereen.

Voor de dieren in een boom

en dieren in een steen.’

 

‘Zwart is een merel

wit is de sneeuw.

Zwart is een merel

een merel is geen meeuw.’

‘Wat maakt je vrolijk

wat maakt je blij?

Dat raad je meteen:

een merellied van mij!’

 

‘Wie wonen er in onze tuin?

Dat zal ik vertellen.

Wie wonen er in onze tuin?

Domper, Krik en Melle!’

 

‘Wie zingt daar zo hoog in de bomen?

Wie zingt daar zo luid?

Dat is Melle, Melle Merel!

Melle, en daarmee uit!’

‘Een merel is nooit ziek

en je hoe dat komt?

Omdat een merel zingt

en zingen is gezond.’

 

‘Niemand zingt zo mooi als een merel

niemand zingt zo mooi als ik.

Niemand zingt zo luid en zo zuiver

niemand zingt zo mooi als ik.’

 

‘Hier zing ik mijn hoogste lied

voor de kikker in het riet.

Voor de krekel en de mier

zing ik mijn liedje hier.’

 

‘Ik ben Melle Merel

een merelkerel

ik ben Melle Merel

En ik zing altijd.’

 

‘Als een merel niet kon zingen

was de wereld saai en stil

Als een merel niet kon zingen

was de wereld kaal en kil.’

 

‘Boterbloemen in het gras

een merel heeft een zwarte jas

gele snavel, zwarte das

boterbloemen in het gras.’

 

‘Buiten bloeien boterbloemen

geel op groene stelen

boterbloemen in de zon

kom toch buiten spelen.’

 

‘Boterbloemen in het gras

zingen is gezond.

Boterbloemen groen en geel

ik hou nooit mijn mond.’

 

‘Ouwejaar of nieuwejaar

vreugde of verdriet

zomer, winter, vroeg of laat

zing ik mijn merellied.’

 

‘Wat is een tuin zonder merel?

Wat is een tuin zonder lied?

Wat is een tuin zonder Melle?

Wat is een tuin zonder lied?’

 

‘Merel in de mist

wie zingt daar zo fraai?

Dat is Melle Merel

een merel en geen kraai.’

 

‘Dames en heren

luister naar mij.

Melle kan weer zingen

en iedereen is blij.’

 

‘Gouden zon

in blauwe lucht.

Alle wolken

op de vlucht.’

 

‘Op een warme zomeravond

zing ik hier uit volle borst.

Alle dieren zoeken schaduw

alle dieren hebben dorst.’

 

‘Ik zing hoog, ik zing laag,

zingen doe ik graag.

Voor 12 uur en na 12 uur

zing ik voor vriend en buur.’

 

‘Melle zingt van laat tot vroeg,

van zingen krijgt hij nooit genoeg.’

Krikliedjes van Krik:

‘Ik ben Krik

Krik ben ik

Ik ben Krik

Krik ben ik.’

 

‘Hier zit Krik

helemaal alleen

op een grote steen.’

 

‘Petje zoekt de rode bal

Petje zoekt hem overal.

Waar is de rode bal?

Slimme Krik die vond hem al.’

‘De zon schijnt op de bomen

de zon schijnt op het gras

de zon schijnt op de vijver

en op mijn rode jas.’

 

‘Hier vaart Krik

met volle zeilen.

Hier vaart schipper Krik.’

 

‘Melle heeft geen tijd

Domper wil slapen

dan ga ik maar

nootjes rapen.’

 

‘De een had geen zin

de ander zei nee.

Maar Krik verzint een spelletje

en iedereen doet mee!’

 

‘Waar is Domper?

Waar is hij heen?

Hij is niet in de tuin

en hij is niet in zijn steen.’

 

‘Krik gaat maar weg

van gras naar mos

Arme Krik gaat

terug naar het bos.’

 

‘Wij zijn goeie vrienden

jij en ik en jij.

Wij zijn goeie vrienden

en dat komt door mij.’

 

‘Allemaal weg

weg naar de zee

Krik mag niet mee.’

 

Melle: ‘Welkom thuis

Welkom in mijn tuin …’

Krik: ‘Allemaal weer samen

en wat zijn jullie bruin.’

 

‘Een walnoot is geen hazelnoot

een eik is geen kastanje

een beukennootje is niet groot

en rood is niet oranje.’

 

‘Wij zijn buren

we helpen elkaar.

Als er wat is

dan roep je me maar.’

 

‘Ring ting

laat me door.

Ting ting

ik ga voor.’

‘Ik ben zo blij blij blij

ik ben weer vrij vrij vrij.’

 

‘Een rood ei, een groen ei,

zomaar in de tuin,

een blauw ei, een geel ei,

en allemaal zijn ze bruin.’

 

‘Wij gaan naar het hek

en terug,

niet te langzaam

niet te vlug.’

 

‘Wij gaan terug

naar Dompers steen,

voet voor voet

en been been voor been.’

 

‘Kom dat zien en zeg het voort

Krik gaat dansen op een koord

Krik danst op de natte was

Oooo …

Krik zit in het natte gras!’

 

‘Koekoek

waar ben ik?

Zoek zoek

waar zit Krik?’

 

‘Koekoek

koek en ei

zoek zoek

zoek naar mij.’

 

‘Al die rare dingen

die dingen die doe ik

De tuin is niet betoverd

de tuin is bekrikt!’

 

‘Oudejaarsavond

allemaal bij mekaar

Lang zullen we leven

in het nieuwe jaar.’

 

‘O wat een pech

mijn noten zijn weg.

O wat een pech

allemaal weg.’

 

‘Wat een geluk

mijn noten zijn terug.

Wat een geluk

allemaal terug.’

 

‘Hop hop hop

spring eroverheen.

Hop hop hop

spring en stoot je teen.’

 

‘Krik in de mist

zingt zijn lied.

Je hoort hem wel

maar je ziet hem niet.’

‘Melle is verkouden

en daarom zing ik.

Geen liedje van Melle

een liedje van Krik.’

 

‘Ringeling hier is je ring

ringeling je ringelding.’

 

‘Het regent!

Het regent!

Krik wordt lekker nat!’

 

‘Wij zijn een raadsel

rara raar maar waar.

Wie is er in de tuin geweest?

rara raden maar!’

 

‘Wat doen we met de bordjes?

De bordjes op de steen.

Ik kan er niet meer tegen

er moet wat overheen.’